Een paradigma is uitermate geschikt voor zelfreflectie en zeker voor leidinggevenden. Wat is een paradigma? Onze waarneming wordt erg beïnvloed door onze ervaringen, geloof, normen en waarden die zich in ons brein nestelen als overtuigingen. Sommige van deze overtuigingen beperken ons en staan onze objectiviteit in de weg. Meningsverschillen ontstaan meestal niet door hoe ‘iets’ is ontstaan, maar hoe jij en een ander er naar kijken.
Als leidinggevende wil je zo objectief mogelijk kijken naar jouw teamleden en wat ze doen. Wanneer jij er naar kijkt en concludeert dat jouw zienswijze de enige zienswijze is dan noemen we dat een werkelijkheidsdefinitie of paradigma. Een paradigma kan individueel zijn of de gemeenschappelijke normen en waarden van een groep weerspiegelen. Het meest recente voorbeeld hierin zien we in de voor- en tegenstanders van de Coronamaatregelen.
Een paradigma levert zeker iets op, want jouw werkelijkheidsdefinitie zorgt voor orde in de chaos. Jouw oordelen en meningen bieden structuur om jouw omgeving te kunnen ordenen in wat goed en fout is. In het herkennen of een situatie veilig of gevaarlijk is. Er is geen tijd voor nuance om gevaar gelijk te herkennen. De ruimte voor nuance ontstaat wel tijdens zelfreflectie. Dit kan tot verschuivingen van conclusies leiden waardoor meningen veranderen omdat het toch net iets anders is dan je eerst dacht.
Stap 1 Op zoek gaan naar je eigen paradigma
Wanneer zag je iemand van jouw team iets doen waarbij je dacht: “Wat doet hij nou?” Misschien heb je dan een paradigma van jezelf te pakken. Het is belangrijk bij het opsporen van een paradigma, dat je ontdekt of jouw waarneming emoties oproepen.
Stap 2 Welke emotie roept jouw waarneming op?
(Zie ook ‘Je kijkt met je limbisch systeem, leer voor altijd anders kijken!’ en ‘Emoties, wetenschappelijk benaderd’) Angst, woede, afschuw, verdriet of een andere emotie?
Stap 3 Welk oordeel zit er onder jouw waarneming?
Jij vindt er namelijk iets van. Meningen en oordelen beïnvloeden jouw waarneming en roepen emoties op. Er ontstaat een gevoel van afkeuring omdat het niet voldoet aan jouw wensen of eisen. Het voelt niet goed wat je ziet.
Stap 4 Bestaat de mogelijkheid dat een ander hier niets bij voelt en er objectief naar kijkt?
Hoe verklaar je dat en waarom heb jij dit wel?
Stap 5 Wat heb je nodig om jouw oordeel los te kunnen laten?
Heb je moeite om jouw oordeel los te laten? Wat levert het jou op om vast te houden aan jouw zienswijze? Dit geeft inzicht waar het bij jou schuurt om je oordeel los te laten?
Een paradigma rammelt aan jouw normen en kan heel dichtbij komen. Het kan moeilijk en soms pijnlijk aanvoelen om los te komen van jouw paradigma. Het geeft wel als beloning inzichten en wellicht sneuvelen er een paar belemmerende overtuigingen. Je raakt er van bevrijdt en ze leiden je minder van de inhoud af in wat er feitelijk gebeurt. Misschien ontdek je hoe jouw opvoeding of geloof je beperkt om er ruimdenkend naar te kunnen kijken.
Enke voorbeelden van een paradigma:
Je ziet door het glas in de kantoorruimte naast jou twee collega’s: De één lacht en de ander huilt. Vind je dat je het niet kunt maken om te lachen als iemand verdriet heeft of is het niet zoals het lijkt? (De tranen blijken tranen te zijn van opluchting en blijdschap)
Je ziet jouw collega buiten een ommetje maken onder werktijd. Vind je dat je het niet kunt maken om onder werktijd te wandelen of is het niet zoals het lijkt? (Tijdens de wandeling bedacht deze collega zijn plan van aanpak die hij daarna op zijn werkplek binnen een uur uitwerkte).
Je ziet jouw collega minder uren maken per week dan zijn reguliere werktijd. Vind je dat je het niet kunt maken om minder te werken dan waarvoor je wordt betaald of is het niet zoals het lijkt? (De productie van deze collega ligt ver boven het gemiddelde dan van de andere teamleden)
Je ziet een groep jongeren achter een dun slungelachtige jongen aan rennen. Vind je het onrechtvaardig, zoveel personen tegen één persoon of is het niet zoals het lijkt? (De slungelachtige jongen beroofde net een oud vrouwtje die achter haar rollator liep)
In de metro zitten een paar kinderen te keten. Vind je dat je iedereen rustig op zijn plaats hoort te zitten of is het niet zoals het lijkt? (De kinderen komen met hun vader van het ziekenhuis waar hun moeder net is overleden)
Let op!
In de gegeven voorbeelden ervaar je een verschuiving in jouw oordeel door de tekst tussen haakjes. Bij jouw en anderen hun paradigma volgt er geen tekst tussen haakjes, die ontstaat eventueel door zelfreflectie. Een paradigma blijft een paradigma als er geen ruimte is voor een andere zienswijze.
Zie je vrijheidsstrijders of terroristen? Zie je polarisatie of het opkomen voor gerechtigheid? Is nieuws belust op sensatie of een hoeder van de democratie? Gaat het om de waarheid of rechtvaardigheid? Helpen advocaten criminelen of beschermen ze tegen onrecht? Zie je een ‘groentje’ die net komt kijken of een frisse kracht vol inspiratie? We herkennen het allemaal, maar wat doen we er mee? Dit vraagt om zelfreflectie om scherp te blijven en verder te leren kijken dan jouw eigen mening.
Meer plezier in leidinggeven!
Bel: (0183) 76 90 18!